Ontmoeting: Coba Verdoolaege
Voor het Boei Bulletin spraken we met de 96 jarige Coba, Zeekantster in hart en nieren. Lees hier een verkorte versie van dat interview.
Het lijf wil niet zo best meer. Daar is Coba Verdoolaege meteen duidelijk over. Maar praten met deze bijna 96-jarige bewoonster van Fort-Zeekant gaat prima en is een reis terug in de tijd van de wijk. Over toen, graag! En ook over nu.
Wat er was, werd gedeeld
In 1926 kwam ze ter wereld kwam. In de Frederik Hendrikstraat, op nummer 11. Met zijn achten woonden ze er, onvoorstelbaar nu. Vader, moeder en zes kinderen.
Armoe. Dat is het eerste wat haar invalt. “Mijn vader werkte op de ijzergieterij De Holland, maar was veel thuis. Werkloos. Want er was weinig werk.” De crisis van de jaren ’30 drukte een stempel op de jeugd van Coba. “Toch heb ik geen honger geleden, mensen hielpen elkaar, ze hadden wat voor mekaar over.” Niemand was rijk, iedereen zat in hetzelfde schuitje. Wat er was werd gedeeld.
Jurk in je onderbroek
Om haar heen vernieuwt Fort-Zeekant. Met verbazing zag ze vanuit haar appartement in woonzorgcentrum Stuijvenburgh in één dag woningen aan de Adriaen Pauwstraat en Anthony Duyckstraat verschijnen. “Toen dacht ik: wat zijn ze toch aan het doen.” Nu ziet ze Bergse Buren groeien, de nieuwe buurt aan de rand van de wijk.
Langzaam wordt het voller om haar heen. “Terwijl we vroeger aan het einde van Bergen woonden, we stonden zo aan de zeekant. Dan gingen we pootjebaden. Dat mocht niet maar deden we wel. Jurk in je onderbroek.” Ze moest goed uitkijken. “Zwemmen kon ik niet.”
Maar al verandert Fort-Zeekant nog zoveel: “Het is nog steeds mijn wijk!”
Wil je het volledige interview lezen? Klik op de button voor het betreffende Boei Bulletin!