Herinneringen aan de Scheldeflat: Toine van Steenpaal
“Eigenlijk waren wij helemaal niet zo blij met de komst van de Scheldeflat. Want wij raakten ons speelveldje kwijt.”
We praten jaren ’60. Volgens Toine van Steenpaal was er geen mooiere plek om op te groeien dan de Zeekant. “Wij waren altijd buiten. Spelen, ravotten, kwajongens streek uithalen. Zo ging dat in die tijd.”
Als 3-jarig manneke kwam Toine in 1958 wonen aan de Casper Fagellaan. Het flatgebouw staat er niet meer, gesloopt in 2009 om plaats te maken voor het huidige Park Belvédère, dat straks ook een deel van het terrein van de Scheldeflat beslaat. Toine schetst de wijk uit zijn jeugd. “De huidige Chinees was Café Zeezicht. De zoon van de uitbater heette Frans. Hij keek nogal scheel, dus voor ons was hij Schele Suus. Als hobby had Schele Suus oude auto’s waar hij aan sleutelde. Dan crosste hij zaterdags over ons speelterrein, waar later de Scheldeflat kwam.”
“Af en toe dreef er iets voorbij”
Café Zeezicht dankte zijn naam aan de Schelde, die letterlijk aan de voeten van de wijk lag. Toine heeft heel wat uren in het troebele water doorgebracht. “In het water lagen twee kreken. Dat waren de uitlaten van de stadsriolering. Wij zwommen daar gewoon in. Dan zagen we af en toe iets drijven en sprongen we gewoon opzij. Ziek waren we nooit. Dat zou nu geen waar meer zijn.”
Ook de Kogelvangers (ter hoogte van het huidige Stadspark Hotel) was zo’n terrein waar de jeugd van het Fort en de Zeekant veel verbleef. “Als er niet geschoten werd, gingen wij het terrein op, op zoek naar kogels. Die gebruikten we voor het vissen.”
Boven: de wijk Fort-Zeekant in de jaren ’60, ’80 en ’90. Bron: topotijdreis.nl
Pijltjes schieten
De bouw van de Scheldeflat eind jaren ’60 kan Toine zich nog goed herinneren. “Ineens was ons speelveld helemaal afgezet. Nou ja, niet helemaal. ’s Avonds gingen we stiekem het terrein op om van die plastic buizen te jatten om pijltjes mee te schieten.”
De wijk veranderde met de komst van de Scheldeflat. Het ruige terrein aan de Schelde werd ingevuld. En bracht ook een onverwacht voordeel op: “Onze flats aan de Casper Fagellaan hadden van die stalen ruiten. Bij stevige noordwestenwind hoorde je een schelle fluittoon door de wind die daar doorheen blies. Daar lag je ’s nachts gewoon wakker van. Met de komst van de Scheldeflat waren we daar gelukkig vanaf!”
Lees ook het verhaal van Corné Verheezen. Klik op de link!