Herinneringen aan de Scheldeflat: De Hulpen
“We hebben bij de Scheldeflat net zoveel gelachen als dat we gewerkt hebben!”
Aan het woord zijn Riet Schot, Mieke de Waal en Loes van Raaij. De dames zijn alle drie werkzaam geweest als huishoudelijke hulp in de Scheldeflat. Herinneringen aan de gouden tijd hebben ze genoeg! Dat blijkt wel als de dames samen bij elkaar op de koffie komen en aan de hand van foto’s de verhalen vanzelf loskomen.
Het begint al met het inschenken van de koffie. Mevrouw de Waal haakt meteen in met een anekdote:
“Een bewoonster vroeg mij een keer: ‘wat wil u in de koffie?’ Ik zei: ‘alleen melk alstublieft.’ Kreeg ik een kom koffiemelk!” Of wat te denken van de volgende verhaal: “Een hulp bij ’n echtpaar. Mevrouw kon haar bril niet vinden. De hulp, de man en de vrouw bijna een uur aan ’t zoeken. Tot ze tegen haar man zei: ‘Gij et m’n bril op!’ en hij weer: ‘Ik docht al, m’n ogen gaan wel achteruit zeg!’”
Foto links: Mevrouw Schot (midden)
Foto rechts: mevrouw De Waal (rechts)
Uitspraken van bewoners
Mevrouw de Waal schreef de leuke uitspraken en verhalen thuis meteen op. Een hele verzameling van 13 jaar Scheldeflat. Een kleine greep uit de uitspraken van bewoners:
“Oud worre is nie erg, maar ge wor zo lilluk”
“Wilde gij de homotrainer ok is meepoetsen?” (de hometrainer!)
Of bewoonster die aanbelde bij de buurvrouw. “’Dien, ik ga ’n paar dagen naar m’n dochter. Bewaarde gij de dooien?? Waarop ik vroeg: ‘waar mot ze die allemaal laten?’ ‘Nou, opstapelen natuurlijk! Toen pas drong het tot me door, dat ze de overlijdensadvertenties bedoelde!”
‘Ik zou voor 3 maanden komen’
Mevrouw Schot heeft zelfs 27 jaar Scheldeflat op haar naam staan. Ze was in 1973 een van de eerste medewerkers van de Scheldeflat. “We woonden in de Schimmelpennincklaan en mijn man zat in de WW. Ik wist dat ze bij de Scheldeflat personeel zochten. Maar de werkdag begon daar al om 8 uur. Ik had nog jonge kinderen, die naar school moesten. Ik zei dat ik het wel wilde proberen voor 3 maanden. Nou, ik ben uiteindelijk gebleven tot ik met de vut ging!”
Al ging het nog bijna mis. Op haar eerste werkdag sliep ze dwars door de wekker heen. “Ik werd pas om 8 uur wakker. Ik mijn man wakker maken, maar die kwam er maar niet uit. Wat bleek: het was nog zondag!”
Sufferds
Mevrouw de Waal grinnikt meteen: “Er waren wel eens sufferds bij hoor, bij het personeel.” Ze kijkt veel betekenend de koffietafel rond: “Weet je nog, die keer dat je met 2 verschillende schoenen op het werk verscheen.”
En wat te denken van het verhaal van de jonge medewerkster die de liften moest soppen:
“Braaf nam ze de lift naar de 9e en deed daar keurig de 3 liften. Vervolgens naar 8 en weer dezelfde liften. En weer naar 7 en zo verder. Tot het hoofd kwam kijken of ze nog niet klaar was. Ze had niet door dat ’t steeds dezelfde liften waren. Later zijn ze nooit meer zo goed gepoetst!”
Voor sommige bewoners was de schoonmaak erg belangrijk. Een 93-jarige bewoonsters – de hulpen herinneren zich nog dat ze wekelijks de matrassen moesten afdoen – kwam eens met de volgende uitspraak:
“Toch zou ik affentoe eens in de hemel willen kijken. Om die vleugeltjes van die engeltjes af te soppen. Daar zal toch onderhand wel stof op leggen. Der ister geen ene die daar werkt hoor, alleen maar feest. En van feesten wordt de boel toch vuil hoor. Toch zeker met al die kaarsen die daar branden. Nee, die engeltjes zijn artstikke goor!’
Juffrouw van de Berg
Gelachen werd er genoeg op de Scheldeflat. Bijvoorbeeld ook tijdens de vastenavend. Mevrouw De Waal trok de stoute schoenen aan en verkleedde zich als juffrouw Van de Berg, destijds het hoofd van de Scheldeflat. “Ze ging iedere zaterdag op de fiets naar België om 8 flesjes. Ik kwam binnen in haar regenjas en met in iedere hand een zak met bierflesjes. De mensen kwamen niet meer bij!”
Als de bus weer eens voor de Scheldeflat stopte voor een uitje, dan liepen de bewoners om ’t hardst naar buiten. “Met hun rollatorke om ’t beste plekje voor ’t raam te hebben. Op dat moment mankeerden ze bijna niets. Conclusie: feesten en uitjes zijn de beste medicijnen voor oude mensen!”
‘De leste school’
De dames waren er alle 3 bij, tijdens het afscheidsmoment op 4 oktober. Voor mevrouw Schot een bijzonder moment: “Ik was er in het begin bij, bij de eerste bewoners en heb nu ook het einde meegemaakt.” Net als dat de bewoners wisten dat ze ‘met hun lestste school bezig waren’, zien ze nu de flat verdwijnen. De herinneringen blijven, zoals de foto’s en de vele verhalen.
Nou vooruit dan, nog 1 anekdote. Over de stopcontacten in de gangen, die bewoners ook stiekem gebruikten. Mevrouw De Waal: “Eén keer heb ik de snoer van een stofzuiger eruit getrokken en ben toen heel hard weggelopen! Volgens mij zit die bewoonster hierboven in de hemel nog te vloeken op mij!”
Lees ook het verhaal van de familie Wunderink. Klik op de link!