Appelfestival én kunstworkshop in het Amaliapark

Afgelopen zaterdag, 2 september, was het gezellig druk in het Amaliapark, door het Appelfestival en een kunst-workshop.

Met het Appelfestival werd gevierd dat er vorig jaar 200 boompjes geplant zijn door de Eetbare stad, één boompje per pasgeboren baby in onze gemeente. Achter de keet in het park staat sinds één jaar een kleine ‘babyboomgaard’, waar tijdens het festival naamplaatjes bij gezet zijn.
 
Er was van alles te doen, voor jong en oud: spelletjes van de Fitfabriek, een speurtocht door het park, er werd een appellied gezongen en er stonden lange rijen bij de schminkster. De appelschilwedstrijd was populair en natuurlijk waren er zelfgemaakte appellekkernijen. De drankjes en ijs werden verzorgd door Faars IJs.



Het feest was compleet doordat Iwaz en Nouglise aanhaakten voor een kunstzinnige workshop. Bewoners van de nieuwe woonwijk Bergse Buren deden er aan mee, in verband met het ontwerp van een muurschildering, die aan één van de gevels van de nieuwe wijk komt.

Tijdens de workshop stonden fantasie en verhalen uit de wijk centraal. Zowel kinderen als volwassenen deden mee. De muurschildering wordt de komende 2 weken gemaakt door Nouglise met hulp van Iwaz, in zijn atelier.
Er komen een aantal bewoners uit de wijk om daar verder mee te helpen.
Het is de planning dat de schildering op 23 september onthuld wordt, tijdens de jaarlijkse Burendag.

Herinneringen aan de Scheldeflat: Sonn Franken

“Als ik straks er niet meer ben, dan zijn mijn herinneringen in ieder geval vastgelegd.” Met die gedachte schreef Sonn het avonturenboek Drieste Dirk. Over een ietwat brutaal jongetje die in de jaren ‘60/’70 opgroeit in de wijk Fort-Zeekant.

En dat blijkt een jeugd vol eindeloze fantasie te zijn. Van forten bouwen in de polder, tot rovertje spelen in de later gesloopte Pauluskerk. En stiekem appels stelen bij boer Bartje Boeboe. Maar ook pijltjes schieten over de Scheldeflat.

“Dat was op een gegeven moment best een sport”, blikt Sonn terug. Gewapend met een pvc-buis en opgerold krantenpapier was de hoge flat een flinke uitdaging. “Eerst was het nog: wie raakt het hoogste balkon? Maar later schoten we zelfs over de Scheldeflat heen!” Ook voetballen was een geliefde bezigheid in die tijd. Dat gebeurde vooral bij de flats aan de Augustalaan. “Daar waren de flatbewoners niet altijd blij mee. Dan riepen ze vanaf het balkon of we niet konden stoppen met die herrie.” Sonn haalt zijn schouders op. Hij wil maar zeggen: gedoe tussen oudere bewoners en spelende jeugd is er van alle tijden.

Foto’s Sonn Franken

Zeekant vs. Jordaan

Sonn werd geboren in de Rijnlaan aan de Zeekant, maar groeide op in de Prinses Irenelaan. Een deel van ’t Fort dat precies tussen de rivaliserende buurten Zeekant en De Jordaan in lag. Een strijd die er vooral in de 6 weken zomervakantie was. “Dat was dan regelmatig knokken, maar wel op een leuke manier. Al waren de jongens van De Zeekant wel echt ruig. Daar waren we toch een beetje bang van.”

Daar heeft Drieste Dirk in zijn avonturenroman weinig last van. Het brutale manneke is altijd in voor een uitdaging, werkt zich vaak in de nesten, maar gaat door het vuur voor zijn maten. Veel plaatsen uit Sonn zijn eigen jeugd komen voorbij: de Sint Josephschool op het Lourdesplein, de avonturen rond de vervallen Pauluskerk, de beruchte familie Vies Netje, de Maycrette-woningen en het zwemmen aan de Zeekant.

Foto’s Piet Blaas

Vliegeren

Aan de plaats van de Scheldeflat heeft hij ook een persoonlijke, minder fijne herinnering. “Daar ben ik ooit bijna onthoofd”, klinkt het luguber. Als jong manneke van een jaar of 5 stond hij te popelen om zijn nieuwe vlieger aan de Zeekant uit te testen. Op een ongelukkig moment wikkelde het touw zich om zijn nek. “Gelukkig kwam er iemand langs en heeft mij geholpen. Het is nog 20 jaar een litteken geweest.”

Liefde voor de stad

In de decennia die volgden heeft Sonn zijn wijk veel zien veranderen. “Er is bijna niets meer over van toen, alleen de woningen in de Jordaan zijn er nog. Daarom wilde ik mijn herinneringen opschrijven.” Die herinneringen zijn ook te vinden op zijn website www.bozinbeeld.nl, waar hij op de pagina ‘Over Berrege Gesproken’ de liefde voor zijn stad in beeld brengt. Zijn tip: ga de stad eens in en ontdek de schoonheid. “De Lourdeskerk bijvoorbeeld. Veel mensen kennen hem, maar zijn er nog nooit binnen geweest. Er zijn zoveel mooie parels in onze stad.  Dat mogen we niet vergeten.”

Lees ook het verhaal van schilder Ad Elzakkers. Klik op de link!

De herinneringen van
Ad Elzakkers

Herinneringen aan de Scheldeflat: Ad Elzakkers

Van 1979 tot 2002 was Ad werkzaam als schilder voor de grote serviceflats in de stad, waaronder de Scheldeflat. “In het begin ging ik ’s avonds nog naar huis met mijn blik verf en kwast op de fiets. Dat was niet te doen. Kwam ik onder de verf thuis. Dus al snel had ik mijn eigen werkplaats, beneden in de kelder van de Scheldeflat.”

Ad kwam in dienst bij de stichting Warande, de beheerder van serviceflats als de Warande, Avondvrede, ’t Ketrientje en natuurlijk de Scheldeflat. Moeiteloos noemt hij de sleutelfiguren uit zijn tijd op: “Meneer Havermans was de directeur. Mijn chef was meneer Backx, toen hij met pensioen ging kwam Joop Stoffels. En je had juffrouw van de Berg, de hoofd van de huishoudelijke dienst. Zij woonde in de Scheldeflat. Aanhoudend stonden er bewoners bij haar aan de deur, dus na een paar jaar is ze toch verhuisd naar een eigen woning buiten de flat.”

Wegenverf

Wanneer een woning leeg kwam te staan, werd Ad als schilder ingevlogen. De woning moest dan weer toonbaar gemaakt worden. “Sommige woningen zagen helemaal bruin van de rook, want in die tijd werd nog volop gerookt.” Het buitenschilderwerk werd uitgevoerd door schildersbedrijf Lindhout, maar alle andere schilderklussen kwamen bij Ad terecht. “Ik heb nog eens lijnen moeten aanbrengen achter de garages. Zat ik daar op mijn knieën met een pot wegenverf en een mal de letters ‘verboden parkeren’ te schilderen.”

Vastenavend

Aan de Scheldeflat koestert hij goede herinneringen. “Het was een hele gezellige flat. Het zat vol met gewone mensen, zoals jij en ik.” Beroemd waren de vastenavendvieringen, waar Ad regelmatig een helpende hand uitstak. “Dan vroeg Jan Coppens, de huismeester, of ik wilde helpen met het klaarzetten van de stoelen of met de drankjes. Er werd écht gefeest. Natuurlijk gebeurde dat op de andere flats ook wel, maar bij de Scheldeflat ging alles zo vanzelf. De volgende dag hielp ik vaak weer met opruimen. Dan lagen de kippenbotten onder de tafels”, grinnikt hij.

Foto’s: Peter Suijkerbuijk

Tentoonstelling

Ad hanteerde de verfkwast niet alleen voor zijn beroep, schilderen is ook jarenlang zijn grote hobby geweest. Als kunstschilder hield hij nog eens een expositie in de Scheldeflat. “Ik heb ooit les gehad van Louis Weijts, later heb ik mezelf allerlei technieken aangeleerd. Ik schilderde vooral landschappen. Het was een goed gebruik onder het personeel dat als iemand een hobby had, dit tentoongesteld mocht worden in de serviceflats. Voor de bewoners waren dit altijd leuke activiteiten.”

Zijn talenten bleven niet onopgemerkt. Meneer Bakx vroeg of Ad een decor wilde schilderde voor een voorstelling voor het 25-jarig bestaan van de Scheldeflat. Hij schilderde de volledige Scheldeflat in detail na.

Lees ook het verhaal van de nachtbewaker Peter Suijkerbuijk. Klik op de link!

De herinneringen van
Peter Suijkerbuijk

Herinneringen aan de Scheldeflat: Peter Suijkerbuijk

Later werd het zijn werkplek en ook een beetje een tweede thuis, toen zijn ouders in de Scheldeflat trokken.

Slechts weinig mensen hebben de Scheldeflat zoveel in nachtelijke uren gezien als Peter Suijkerbuijk. In 1992 kwam hij in dienst als oproepkracht bij de stichting Zorg & Service, twee jaar later kreeg hij een vaste aanstelling als nachtbewaker. Een taak die veel verder ging dan enkel beveiliger. “Als ik ’s avonds aankwam, zat er soms al 4-5 man op mij te wachten. Zodat ik de steunkousen of het gehoorapparaat kon uitdoen, want dat mocht ik in die tijd nog gewoon doen.”

Links: foto gemaakt tijdens de open dag in 2007.

Rechts: Peter Suijkerbuijk met huismeester Ad Geers

Inbreker

Peter was er vooral voor de sociale veiligheid. Bijvoorbeeld om hulp te bieden als iemand ’s nachts uit bed viel of als er een dokter nodig was. Maar hij herinnert zich ook nog een ander voorval: “Er kwam iemand binnen die zich voordeed als taxichauffeur. Hij zei dat hij iemand kwam ophalen. Toen die persoon zogenaamd niet kwam, liep hij zelf door de gangen. Daar zat hij aan de deuren en kastjes om te zien of hij ergens iets kon weghalen. De bewoners hebben me gewaarschuwd. Ik heb de inbreker gepakt en later overgedragen aan de politie.”

Schaaltje bonbons

Dat bewoners een handje hielpen, is tekenend voor de betrokkenheid in de Scheldeflat. “De allereerste bewoonster van de Scheldeflat vroeg ’s avonds altijd of ik even bij haar langskwam. Ze had een schaaltje bonbons klaar staan. Als ik er dan eentje wegnam, wist ze dat ik geweest was.”

Boven: Foto’s gemaakt tijdens Peters rondes door de Scheldeflat

Onzekere tijd

Langzaam maar zeker pakken donkere wolken samen boven de Scheldeflat. “De grote serviceflats in de stad, zoals de Scheldeflat, Jacquelineflat en Warandeflat, kregen steeds meer leegstand. Toen de Warandeflat dichtging, kwamen er 35 bewoners naar ons toe. Toen zaten we weer even wat voller, maar uiteindelijk liep ook dat terug.” Een onzekere periode brak aan. “Voor de bewoners, maar ook voor het personeel. Sommigen moesten zelfs uitkijken naar een andere baan.”

Familie

Dat de Scheldeflat nu tot zijn einde komt door de sloop, is een vreemd besef. “Voor mij is de Scheldeflat een stukje historie. Ik ben opgegroeid aan de Zeekant, heb de flat nog zien opgebouwd worden. Mijn moeder heeft er tot het einde gewoond, ik heb er al die jaren gewerkt. We waren met zijn allen één familie; de bewoners en het personeel. Maar ook een familie die uit elkaar is gevallen, toen we allemaal ergens anders terecht kwamen. “

Lees ook het verhaal van de Scheldeboys. Klik op de link!

De herinneringen van
de Scheldeboys

Herinneringen aan de Scheldeflat: Scheldeboys

Een muziekgezelschap dat bestond uit Wim (accordeon), Ron (basgitaar) en Joep (rithme). Met zijn drieën wisten ze regelmatig de voetjes van de vloer te krijgen. “De Scheldeflat? Dat was een complete familie. Iedereen deed mee”, glundert accordeonist Wim.

Samen met zijn vrouw verhuisde Wim in 2005 naar de Scheldeflat. “De vierde verdieping aan de lange gang. We keken zo bij de Chinees op tafel.” De gezellige middagen kan Wim zich nog goed herinneren. “De mannen zaten op de biljartclub en de vrouwen zaten ernaast te kaarten. Ook was er regelmatig een bingo. Dan trad ik op in de pauze. Eerst alleen, later samen met Ron en Joep. De Scheldeboys, oftewel de Brave Jongens. Zo noemden we onszelf.” In het repertoire zaten veel Hollandse meezingers. “Maar we speelden ook Elvis Presley met Mussi Denn”, vertelt Wim trots.

Foto: Peter Suijkerbuijk

Samen Nieuwjaar vieren

De sfeer in de Scheldeflat was heel familiair. Daar speelde Gerrit Leenders als voorzitter van de bewonerscommissie een grote rol in volgens Wim. “We kregen ieder jaar een bakje aardbeien van hem. Die regelde hij via een teler in de buurt. Gerrit keek om naar alle bewoners en trok de eenzaamheid van anderen zich enorm aan. Hij zorgde er altijd voor dat mensen niet alleen hoefden te zitten met oud & nieuw, maar dat ze samen het nieuwe jaar konden vieren.”

Links: het repertoire van de Scheldeboys

Rechts: Gerrit Leenders en zijn vrouw

“Sluiting hing in de lucht”

De tijd van Wim in de Scheldeflat was maar kort. Na 2,5 jaar – in 2008 – begonnen de eerste donkere wolken boven de Scheldeflat samen te pakken. “Het hing toen al in de lucht dat de flat dicht ging. Er zouden geen nieuwe mensen meer in komen wonen. Dat heeft ons wel aan het denken gezet. Fort-Zeekant had in de tijd nauwelijks nog winkels. Dat misten we. We konden verhuizen naar de Jacquelineflat, dichterbij het bos. Daar zitten we nu al 15 jaar naar ons zin.”

Lees ook het verhaal van Toine van Steenpaal. Klik op de link!

De herinneringen van
Toine van Steenpaal

Herinneringen aan de Scheldeflat: Toine van Steenpaal

We praten jaren ’60. Volgens Toine van Steenpaal was er geen mooiere plek om op te groeien dan de Zeekant. “Wij waren altijd buiten. Spelen, ravotten, kwajongens streek uithalen. Zo ging dat in die tijd.”

Als 3-jarig manneke kwam Toine in 1958 wonen aan de Casper Fagellaan. Het flatgebouw staat er niet meer, gesloopt in 2009 om plaats te maken voor het huidige Park Belvédère, dat straks ook een deel van het terrein van de Scheldeflat beslaat. Toine schetst de wijk uit zijn jeugd. “De huidige Chinees was Café Zeezicht. De zoon van de uitbater heette Frans. Hij keek nogal scheel, dus voor ons was hij Schele Suus. Als hobby had Schele Suus oude auto’s waar hij aan sleutelde. Dan crosste hij zaterdags over ons speelterrein, waar later de Scheldeflat kwam.”

“Af en toe dreef er iets voorbij”

Café Zeezicht dankte zijn naam aan de Schelde, die letterlijk aan de voeten van de wijk lag. Toine heeft heel wat uren in het troebele water doorgebracht. “In het water lagen twee kreken. Dat waren de uitlaten van de stadsriolering. Wij zwommen daar gewoon in. Dan zagen we af en toe iets drijven en sprongen we gewoon opzij. Ziek waren we nooit. Dat zou nu geen waar meer zijn.”

Ook de Kogelvangers (ter hoogte van het huidige Stadspark Hotel) was zo’n terrein waar de jeugd van het Fort en de Zeekant veel verbleef. “Als er niet geschoten werd, gingen wij het terrein op, op zoek naar kogels. Die gebruikten we voor het vissen.”

Boven: de wijk Fort-Zeekant in de jaren ’60, ’80 en ’90. Bron: topotijdreis.nl

Pijltjes schieten

De bouw van de Scheldeflat eind jaren ’60 kan Toine zich nog goed herinneren. “Ineens was ons speelveld helemaal afgezet. Nou ja, niet helemaal. ’s Avonds gingen we stiekem het terrein op om van die plastic buizen te jatten om pijltjes mee te schieten.”

De wijk veranderde met de komst van de Scheldeflat. Het ruige terrein aan de Schelde werd ingevuld. En bracht ook een onverwacht voordeel op: “Onze flats aan de Casper Fagellaan hadden van die stalen ruiten. Bij stevige noordwestenwind hoorde je een schelle fluittoon door de wind die daar doorheen blies. Daar lag je ’s nachts gewoon wakker van. Met de komst van de Scheldeflat waren we daar gelukkig vanaf!”

Lees ook het verhaal van Corné Verheezen. Klik op de link!

De herinneringen van
Corné Verheezen

Ontmoeting: Giovannie

Toen zijn moeder Lian bedacht dat een ijskar voor deze 19-jarige als dagbesteding een goed idee is, kreeg ze van alle kanten bijval en steun. “Het begon als een grapje.” Maar nu is er een knalrode ijskar. Op 20 juli gaat Giovannie of Gio er mee Fort-Zeekant in. Samen met Lian.

Ja, hij is een jongen met Down. Hij bezoekt dagbesteding. In Roosendaal, op Notendaal. Maar thuis zijn er genoeg momenten dat hij ook actief wil zijn. Want Giovannie zit vol energie. Vorig jaar maakte Lian een praatje met een bevriende ijsboer die regelmatig te gast is in de wijk. “Giovannie helpt hem mee met ijsjes scheppen.” Al pratende kwam het idee voor een eigen ijskar boven borrelen. “Hij zei: ik heb nog wel een oude staan, die moet je wel opknappen.”

Lian liet het idee aanvankelijk rusten. “Maar van het voorjaar begon het toch weer te kriebelen.” Want voor Giovannie doet ze alles. Ze begon zich in te lezen. Om te weten wat er wel en wat er niet mag. En belde met de ijsboer of zijn aanbod nog van kracht was. “Hij zei: kom ‘m maar halen.”

Made by papa

Het was de start van een inspannende periode. Want er bleek het nodige te moeten gebeuren. Lang verhaal kort samengevat: Giovannie heeft nu een gloednieuwe ijskar. Met de hulp van tal van mensen. Dat alleen al is hartverwarmend! “Mijn man Wilson is pijpfitter. Hij wilde op zijn werk aan het frame dat onder de bak zit werken. Zijn collega’s zagen dat en zeiden: ga maar weg, dat doen wij voor je.”

Zo ontstond een compleet nieuw onderstel. De mooie rode bak waar het ijs in gaat, maakte Wilson zelf. Thuis in zijn achtertuin. Ook de fiets werd opgeknapt. Wie nu het geheel ziet staan, is verbluft over de professionele uitstraling. Dit is een ijskar zoals ie moet zijn. ‘Made by papa’ staat er bescheiden in een hoekje.

Als Giovannie op het zadel kruipt, is het eerste wat hij doet de bel luiden. Want straks, als hij door de wijk toert met Lian, belt hij om mensen naar buiten te krijgen. “We hadden een belletje, maar dat hoorde je amper.” Een heuse scheepsbel, dat zou beter werken. Zo kwam ze bij Marc de Waal terecht van het Bergse bedrijf Nautimex. De bel? Die kregen ze. Zeilmakerij Van Beeck maakte voor een klein prijsje een perfect passend zeildoek voor over de kar. “Dat is echt een blikvanger.” Ook vanuit de wijk kwam er sponsoring. Want het lijkt simpel allemaal, maar het vochtbestendig materiaal voor de opbouw is duur. En de speciale vrieselementen al helemaal. “Die houden het vier uur vol.”

Proefrondjes

Een bedrijf in Oud-Beijerland levert het ijs. Ook hier kreeg Lian alle medewerking toen ze haar verhaal deed. Het ijs bewaren ze thuis in de berging in een vriezer die ook speciaal is aangeschaft. “We hebben nu drie proefrondjes gedaan samen. Als we terugkomen, moet Gio meehelpen met schoonmaken en uitladen. Dat vindt hij niet leuk. Maar dat moet hij wel doen.”

Het plan is vanaf 20 juli op dinsdag en donderdag de wijk in te gaan. En eens in de twee weken ook op zaterdag. De rondes worden tevoren aangekondigd via Facebook. Steeds een uur of twee gaan ze op pad. Voor Gio lang genoeg. IJs is er in acht smaken, van bubblegum tot flamingo fristi. Een bolletje is 1 euro. Dat maakt het ook voor Giovannie overzichtelijk weet zijn ma.

Oh ja, nog één ding. Op de ijskar staat heel nadrukkelijk: kom niet met een hond in de buurt. Want daar is hij bang van. Duidelijk.

Meer informatie? Klik op de link!

Facebook Giovannies ijskar

Herinneringen aan de Scheldeflat: Corné Verheezen

Corné Verheezen werkte voor de NMB (later ING) en trok regelmatig naar de Scheldeflat om pensioenen uit te keren. “Met een ouderwetse, grote aktetas vol briefjes van 5, 10 en 25 gulden!”

Corné werkte op de afdeling ‘Binnenlands Betalingsverkeer’. “Het was mijn allereerste baan. Onze afdeling hield zich bezig met het boeken van acceptgiro’s. Die kwamen over de post binnen en moesten allemaal handmatig verwerkt worden. Het digitale tijdperk bestond nog niet.”

“Alleen een bankpasje tonen was genoeg”

Dat gold ook voor de uitkering van pensioenen. Met een goed gevulde aktetas kwam Corné samen met zijn NMB-collega regelmatig op woensdagmiddag in de Scheldeflat. “De bewoners konden bij ons het geld opnemen. Dan vroegen ze om 1000 gulden en kregen dat in briefjes van 5, 10 of 25 gulden. Alleen een bankpasje tonen was genoeg.”

De NMB hield kantoor op begane grond, maar bezocht ook bewoners aan huis. “In sommige woningen zag het blauw van de rook. Dat was in die tijd heel normaal. Ook kwamen de mensen letterlijk met een kussensloop of oude sok aan om het geld in te verstoppen. Soms ging dat wel eens mis. Dan waren de mensen vergeetachtig en wisten ze later niet meer waar ze het geld verstopt hadden”, lacht hij.

De receptie van de Scheldeflat

Foto: Peter Suijkerbuijk

Rode zonneschermen

Corné kwam altijd graag in de Scheldeflat. “We bezochten ook een bejaardenhuis in Roosendaal en later ook in Nieuw-Vossemeer. Maar de Scheldeflat was wel speciaal. Het zal vol met ondernemers. Het was ook best een luxe flat, de mensen hadden het goed. De taxi stond hier veel voor de deur voor uitstapjes van de bewoners. En als de zon scheen, dan was de hele Scheldeflat rood van alle zonneschermen.”

Een praatje

De bezoekjes maakten ook dat Corné een band opbouwde met sommige bewoners. “Vooral als je bij de mensen thuis kwam. Dan ging het eigenlijk niet om het geld opnemen, maar hadden ze behoefte aan een praatje. Maar we stonden ook op afstand. Als je een paar weken later weer kwam, was er soms ineens het behang van de muur. Dan wist je dat die bewoner aan zijn laatste reis was begonnen.”

Lees ook het verhaal van Piet Blaas.

Klik op de link!

De herinneringen van
Piet Blaas

Herinneringen aan de Scheldeflat: Piet Blaas

“Wij woonden in de Casper Fagellaan 61, later zijn we verhuisd naar nummer 63. De bouw van de Scheldeflat betekende dat het uitzicht aan de voorkant van onze flat werd belemmerd.”

Maar het verlies van uitzicht bracht wel een voordeel met zich mee: “Bij hevige noordwesterstorm, boven windkracht 7, hoorden we altijd een luide fluittoon. Dit kwam doordat de wind die door de stalen hekken ging de fluittoon opwekte. Nadat de Scheldeflat gebouwd is, hadden we daar veel minder last van.”

Liefde voor fotografie

Piets vader maakte veel foto’s tijdens de bouw. De liefde voor fotografie nam Piet over. “Wij kwamen regelmatig in de Scheldeflat, omdat een oom en tante van mijn vader daar woonden. Zelf ging ik wel eens naar de bovenste verdieping om van het mooie uitzicht te genieten. Ik maakte daar vaak foto’s.”

Herinneringen aan Fort-Zeekant

De foto’s zijn een mooie herinnering uit het Fort-Zeekant van de jaren ’70. “De situatie is compleet veranderd. De flats aan de Casper Fagellaan zijn er niet meer en veel andere woningen zijn ook afgebroken. Ik heb later in de Jacob Gillesstraat gewoond, maar die woning is intussen ook afgebroken.”

Vliegtocht over de wijk

Een andere foto toont de Scheldeflat vanaf de Zeekant. “Dat was een keer toen er storm was en het ook hoogwater was.” Piet deelt tot slot ook twee foto’s van een vliegtochtje boven Bergen op Zoom. “We vlogen ook over de Zeekant. Je kunt mooi de omgeving van de Scheldeflat zien. Ze waren toen al bezig met het landschap opnieuw in te richten, nadat de Schelde was afgesloten.”

Lees ook het verhaal van oud-bewoonster Meis Suijkerbuijk

Klik op de link!

De herinneringen van
Meis Suijkerbuijk

Feest! Bergse Buurtmarkt III brengt Bergse Buren samen

Het is warm. Maar dat doet aan het enthousiasme niks af. Bergse Buren maakt blij. Dat is wat iedereen uitstraalt deze middag. Een prachtbuurt. Met huur- en koopwoningen, hoogteverschillen, bankjes voor de huizen.

“Het is mooier geworden dan op de plaatjes”, vindt Bianca Seekles, directeur van bouwpartner ERA Contour. “Maar het allermooist zijn blije mensen, want daar doe je het voor.”

Om het feestje compleet te maken is er een waterig moment wanneer met waterpistolen een spandoek wordt bespoten. De bestuurders doen dit samen met kinderen uit de buurt. Ze onthullen samen een cheque van maar liefst 750 euro voor de Groenmarkt van 2024. Want groen is een belangrijk thema binnen Bergse Buren: er zijn groene gevels, natuurschuurtjes, nestkastjes en binnenterreinen met waterdoorlatende tegels. Daarom krijgen de bewoners van Bergse Buren deze zaterdag ook plantjes mee tijdens de Groene Buurtbingo.

De zaterdag kent naast het officiële moment een gezellige Bergse Buurtmarkt. Daar maken ze kennis met organisaties die de wijk Fort-Zeekant beter en mooier maken. Kinderen vermaken zich ondertussen bij kunstenaars Iwaz en Nouglise. De twee gaan met de buurt in gesprek. Want er komt ook een gevelkunstwerk waar bewoners over kunnen meepraten!