Zaterdag 23 maart stond in het teken van een schoon én groen Fort Zeekant.
Vier betrokken bewoners van onze nieuwe buurt ‘Bergse Buren’ organiseerden de Groene bingo, samen met het Bewonersplatform. Omdat het weer wisselvallig was, werd de bingo gehouden in ‘t Fort. Met dank aan WijZijn die haar deuren daarvoor opende.
‘s Ochtends was Fort Zeekant al schoon gemaakt, tijdens Bergen op Schoon. ‘s Middags was er dus de gezellige buurtbingo, om er voor te zorgen dat onze wijk (nog) mooier wordt, met meer groen.
Voor de kinderen was er ook nog een speurtocht in de wijk, georganiseerd met IVN Groene Zoom.
Er waren niet alleen veel mooie prijzen, van planten tot vogelkastjes, er was ook veel lekkers van onze sponsoren. Als klap op de vuurpijl kwam de paashaas ook nog even langs.
Al met al een geslaagde middag, voor een groener Fort Zeekant.
Want groen is niet alleen mooier, het zorgt ook voor afkoeling in warme periodes. Daar wordt iedereen blij van!
Category: Ontmoet
De Zonnebloem probeert ouderen en mensen die zich eenzaam voelen te motiveren om bezig te zijn. Dit gebeurt door de gasten persoonlijke aandacht te geven. Maar vooral ook door groepsactiviteiten te verzorgen. De ouderen laten genieten en vooral elkaar ontmoeten. Bijvoorbeeld door samen verhalen te vertellen over vroeger, foto’s uit te wisselen en gezellig bij te praten.
Activiteiten
Jaarlijks organiseert De Zonnebloem zo’n 7 tot 8 activiteiten. Dit zijn bijvoorbeeld een muziekmiddag, bingo, samen friet eten, barbecue, Sinterklaas-middag en een kerstdiner. De Zonnebloem is vaak te gast in Wijkcentrum ’t Fort in de Bernadettestraat.
Stukjes Scheldeflat in de nieuwbouw
Wij hebben een groep van 15 vrijwilligers die dit mogelijk maken en verzorgen. Niet achter de geraniums blijven zitten, maar contact leggen met andere mensen uit je buurt of wijk.
Ons motto is :
Meer weten over de Zonnebloem, afdeling Fort-Zeekant? Lees het in het Boei Bulletin.
In Scheldedok werken 17 zorgverlenende partijen samen aan de verbetering van gezondheid. “Wij zijn ontzettend trots dat we op deze locatie een compleet gezondheidscentrum hebben kunnen bouwen. Wij hopen dat het centrum in de komende jaren kan uitgroeien tot een anker in de wijk als het om gezondheid gaat.”
De juiste koers in gezondheid
Het idee om hiermee aan de slag te gaan, startte in 2019. De huisartsen van praktijk De Boswachter – en al snel ook de apothekers van De Grebbe en De Poort – hadden het ambitieuze plan om een nieuw centrum te bouwen. Samenwerking tussen de verschillende partijen is een belangrijke pijler:
“Wij geloven erin dat we samen de toekomst van de gezondheidszorg aan kunnen. Een toekomst, waarin we met minder werkende mensen een groeiende zorgvraag moeten gaan opvangen. Wij denken dat we met de bouw van dit gezondheidscentrum de juiste koers hebben uitgezet.”
De overige 300 gaan niet ver uit de buurt: die komen in de achtertuinen van de nieuwe woningen, die op de locatie van de Scheldeflat worden gebouwd. Als afrastering.
De naam ‘Scheldedok’ vinden we mooi passen bij onze gedachte over gezondheid.
Aan de ene kant de verwijzing naar de vroegere loop van de Oosterschelde en de rijke geschiedenis die daarbij hoort. Aan de andere kant slaat de naam op ‘scheepsdok’ en ‘dok’ter. Ondersteuning, herstellen en weer zelf verder kunnen gaan.
Als Meis Suijkerbuijk terugdenkt aan het moment dat ze haar appartement moest verlaten, voelt ze weer het verdriet. “De Scheldeflat was een formidabel iets.” Terwijl ze amper 60 was toen ze er gingen wonen. “Ik zei: wat moet ik tussen die oude mensen.” Maar binnen korte tijd was ze helemaal om! Elselien Withagen kan nu nog niet langs het gebouw lopen zonder even omhoog te kijken. Naar de plek waar haar ouders woonden. “Het was een heel tijdperk.”
Hoofdrolspelers
Elselien en Meis. Twee ‘hoofdrolspelers’ in de film over de flat. Samen met onder meer oud-personeelsleden van tanteLouise, gebiedsbeheerder Frank Ernest van Stadlander en archeoloog Marco Vermunt wiens oma er woonde. Ze vertellen in de documentaire over het goede van de Scheldeflat.
Ondertussen komen er foto’s voorbij op het scherm. Van al die warme momenten. “Er voor elkaar zijn. Op speciale momenten, verdrietige maar ook mooie”, vat Frits Leenders samen.
Bekijk de film ook op YouTube.
Het gaat hier vooral om samen zijn. Een grote kerstboom wordt aangestoken, een houtvuurtje brandt, kersttakken sieren het plein, de feestelijke kraampjes met warme chocomel, glühwein, lekkers van Bakkerij Van Oers maken het af. Het ziet er uit alsof Regine, John en Rob van het bewonersplatform dit al jaren doen. En dat zijn ze zeker van plan. Het succes van nu smaakt naar meer, dat is zeker.
De woningcorporatie bleef de flat verhuren tot de zomer van 2022. Niet de beste periode van de Scheldeflat. Toch bewaart gebiedsbeheerder Frank Ernest bijzondere herinneringen aan deze tijd. “Zeker in de eerste jaren ontstond er toch iets moois.”
De lege Scheldeflat was begin 2016 speelbal van de politiek. Na de grote toestroom van vluchtelingen in 2015 was ook de gemeente Bergen op Zoom op zoek naar plek om statushouders te huisvesten. Het oog viel al snel op de Scheldeflat.
Frank: “Iemand van de gemeente ging langs de omwonenden om uitleg te geven. Na 2 bezoeken belde hij al. Of ik alsjeblieft mee kon gaan. De weerstand in de wijk was groot. TanteLouise had natuurlijk eerder de Scheldeflat gesloten. Maar de mensen zagen vooral dat opa en oma moesten verhuizen. En nu zouden er dan vluchtelingen in komen? Dat ging er niet zomaar in.”
Goudeerlijk
Als gebiedsbeheerder van Fort-Zeekant wist Frank al snel de juiste toon te vinden. “De mensen zijn hier goudeerlijk. Recht voor zijn raap, maar ook goudeerlijk. En altijd zorgzaam voor elkaar.”
Frank bezocht veel bezorgde wijkbewoners. “Ik probeerde ze steeds maar weer gerust te stellen. Of ik nam ze mee, naar de Scheldeflat. Want dan konden ze zelf zien hoe het eraan toeging. Dat het allemaal wel meeviel.”
Want zeker aan de eerste jaren koestert Frank fijne herinneringen. “Van de 77 woningen werd 1/3 verhuurd aan statushouders, 1/3 ging naar jongeren en 1/3 was voor spoedzoekers. Er woonden nooit twee statushouders naast elkaar, daar zat altijd een jongere tussen. Juist om ervoor te zorgen dat ze zouden integreren. En dat werkte goed. De bewoners hielpen elkaar op weg.”
De Scheldeflat kreeg zijn sociale functie weer terug. In de oude eetzaal vonden taallessen plaats. Bewoners kookten voor elkaar en proefden van elkaars culturen.
In 2018 opende Cafe Atelier van Annemarieke van Peppen de deuren in de eetzaal. Een nieuwe ontmoetingsplek was geboren. Veel wijkbewoners maakten er gebruik van.
Samen met wijkbewoners en de school De Kameleon zette Frank een moestuinproject op, genaamd Fort-Zeekant Test. Scholieren tuinierden in de verhoogde bakken in de tuin van de Scheldeflat en zo ontstonden leuke contacten met de buurt.
De klachten namen toe
Corona bracht de klad in de ontmoetingen. Ook de samenstelling van de huurders veranderde. Jongeren stroomden door naar een andere woning, meer en meer huurders met een rugzakje landden in de Scheldeflat.
“De klachten vanuit de buurt namen weer toe. Het was vaker onrustig”, merkte Frank. Al wil hij ook wel een misverstand de kop indrukken. “We kregen vaak het verzoek van de politie om te oefenen op de bovenste, leegstaande verdiepingen. Dan stonden er weer politiebusjes voor de deur en dachten de buren dat er weer iets op deed. Maar dat was heel vaak gewoon een oefening.”
‘Het zal gek zijn’
Vanaf de zomer van 2021 worden leeggekomen woningen niet meer opnieuw verhuurd. De resterende huurders hebben dan nog een jaar om een andere woning te vinden. “Sommige huurders waren niet meer ingeschreven in Zuidwestwonen.nl, maar ze kregen ook geen voorrang. Samen met WijZijn en de collega’s van Stadlander hebben we steeds maar weer contact gezocht met de bewoners. Uiteindelijk hebben we ervoor gezorgd dat niemand op straat is komen te staan.”
Frank weet dat veel wijkbewoners de sloop met gejuich tegemoet zien. “Maar het zal ook gek zijn, een Fort-Zeekant zonder Scheldeflat. Het is toch een markant gebouw, dat je langs alle kanten ziet. Maar we gaan ook weer iets moois terugzetten, zoals we dat eerder ook met de nieuwbouw van Bergse Buren hebben gedaan.”
Lees ook het verhaal van de hulpen. Klik op de link!
Aan het woord zijn Riet Schot, Mieke de Waal en Loes van Raaij. De dames zijn alle drie werkzaam geweest als huishoudelijke hulp in de Scheldeflat. Herinneringen aan de gouden tijd hebben ze genoeg! Dat blijkt wel als de dames samen bij elkaar op de koffie komen en aan de hand van foto’s de verhalen vanzelf loskomen.
Het begint al met het inschenken van de koffie. Mevrouw de Waal haakt meteen in met een anekdote:
“Een bewoonster vroeg mij een keer: ‘wat wil u in de koffie?’ Ik zei: ‘alleen melk alstublieft.’ Kreeg ik een kom koffiemelk!” Of wat te denken van de volgende verhaal: “Een hulp bij ’n echtpaar. Mevrouw kon haar bril niet vinden. De hulp, de man en de vrouw bijna een uur aan ’t zoeken. Tot ze tegen haar man zei: ‘Gij et m’n bril op!’ en hij weer: ‘Ik docht al, m’n ogen gaan wel achteruit zeg!’”
Foto links: Mevrouw Schot (midden)
Foto rechts: mevrouw De Waal (rechts)
Uitspraken van bewoners
Mevrouw de Waal schreef de leuke uitspraken en verhalen thuis meteen op. Een hele verzameling van 13 jaar Scheldeflat. Een kleine greep uit de uitspraken van bewoners:
“Oud worre is nie erg, maar ge wor zo lilluk”
“Wilde gij de homotrainer ok is meepoetsen?” (de hometrainer!)
Of bewoonster die aanbelde bij de buurvrouw. “’Dien, ik ga ’n paar dagen naar m’n dochter. Bewaarde gij de dooien?? Waarop ik vroeg: ‘waar mot ze die allemaal laten?’ ‘Nou, opstapelen natuurlijk! Toen pas drong het tot me door, dat ze de overlijdensadvertenties bedoelde!”
‘Ik zou voor 3 maanden komen’
Mevrouw Schot heeft zelfs 27 jaar Scheldeflat op haar naam staan. Ze was in 1973 een van de eerste medewerkers van de Scheldeflat. “We woonden in de Schimmelpennincklaan en mijn man zat in de WW. Ik wist dat ze bij de Scheldeflat personeel zochten. Maar de werkdag begon daar al om 8 uur. Ik had nog jonge kinderen, die naar school moesten. Ik zei dat ik het wel wilde proberen voor 3 maanden. Nou, ik ben uiteindelijk gebleven tot ik met de vut ging!”
Al ging het nog bijna mis. Op haar eerste werkdag sliep ze dwars door de wekker heen. “Ik werd pas om 8 uur wakker. Ik mijn man wakker maken, maar die kwam er maar niet uit. Wat bleek: het was nog zondag!”
Sufferds
Mevrouw de Waal grinnikt meteen: “Er waren wel eens sufferds bij hoor, bij het personeel.” Ze kijkt veel betekenend de koffietafel rond: “Weet je nog, die keer dat je met 2 verschillende schoenen op het werk verscheen.”
En wat te denken van het verhaal van de jonge medewerkster die de liften moest soppen:
“Braaf nam ze de lift naar de 9e en deed daar keurig de 3 liften. Vervolgens naar 8 en weer dezelfde liften. En weer naar 7 en zo verder. Tot het hoofd kwam kijken of ze nog niet klaar was. Ze had niet door dat ’t steeds dezelfde liften waren. Later zijn ze nooit meer zo goed gepoetst!”
Voor sommige bewoners was de schoonmaak erg belangrijk. Een 93-jarige bewoonsters – de hulpen herinneren zich nog dat ze wekelijks de matrassen moesten afdoen – kwam eens met de volgende uitspraak:
“Toch zou ik affentoe eens in de hemel willen kijken. Om die vleugeltjes van die engeltjes af te soppen. Daar zal toch onderhand wel stof op leggen. Der ister geen ene die daar werkt hoor, alleen maar feest. En van feesten wordt de boel toch vuil hoor. Toch zeker met al die kaarsen die daar branden. Nee, die engeltjes zijn artstikke goor!’
Juffrouw van de Berg
Gelachen werd er genoeg op de Scheldeflat. Bijvoorbeeld ook tijdens de vastenavend. Mevrouw De Waal trok de stoute schoenen aan en verkleedde zich als juffrouw Van de Berg, destijds het hoofd van de Scheldeflat. “Ze ging iedere zaterdag op de fiets naar België om 8 flesjes. Ik kwam binnen in haar regenjas en met in iedere hand een zak met bierflesjes. De mensen kwamen niet meer bij!”
Als de bus weer eens voor de Scheldeflat stopte voor een uitje, dan liepen de bewoners om ’t hardst naar buiten. “Met hun rollatorke om ’t beste plekje voor ’t raam te hebben. Op dat moment mankeerden ze bijna niets. Conclusie: feesten en uitjes zijn de beste medicijnen voor oude mensen!”
‘De leste school’
De dames waren er alle 3 bij, tijdens het afscheidsmoment op 4 oktober. Voor mevrouw Schot een bijzonder moment: “Ik was er in het begin bij, bij de eerste bewoners en heb nu ook het einde meegemaakt.” Net als dat de bewoners wisten dat ze ‘met hun lestste school bezig waren’, zien ze nu de flat verdwijnen. De herinneringen blijven, zoals de foto’s en de vele verhalen.
Nou vooruit dan, nog 1 anekdote. Over de stopcontacten in de gangen, die bewoners ook stiekem gebruikten. Mevrouw De Waal: “Eén keer heb ik de snoer van een stofzuiger eruit getrokken en ben toen heel hard weggelopen! Volgens mij zit die bewoonster hierboven in de hemel nog te vloeken op mij!”
Lees ook het verhaal van de familie Wunderink. Klik op de link!
De eerste bewoners kwamen begin jaren ’70 vaak van heinde en verre. Zoals ook mevrouw Wunderink, die vanuit Nijmegen het appartement op nummer 358 in de Bergse Scheldeflat betrok.
Dat mevrouw Wunderink in Bergen op Zoom terecht kwam voor haar oude dag, is een verhaal op zich, vertelt haar kleindochter Ineke Pals. “Mijn oma woonde bij ons in, in Nijmegen. Ze was op zoek naar een eigen woonruimte. Haar broer woonde in een serviceflat in Leeuwarden, de Aldlânstate. Oma had een brief geschreven naar de eigenaar met de vraag: ‘staat er ergens in Nederland nog zo’n flat?’”
Dat bleek de Warandeflat te zijn in Bergen op Zoom. “In de Warandeflat was op dat moment geen plaats, maar oma kreeg te horen dat er een nieuwe flat in aanbouw was: de Scheldeflat. Ze was van origine een Zeeuwse. Bergen op Zoom kende ze nog helemaal niet, maar lag dichtbij haar geboortegrond. Zodoende schreef ze zich in.”
‘Geen klik’
Mevrouw Wunderink was de eerste bewoonster op nummer 358. Haar huurcontract ging in op 7 september 191. Bijzonder: de Nijmeegse was lang niet de enige zonder Bergse roots. “De Scheldeflat was toen helemaal niet populair bij Bergenaren. Ze hadden er geen klik mee. De meeste bewoners kwamen van heinde en verre. Een goede vriendin van mijn oma kwam bijvoorbeeld uit Rotterdam”, weet Ineke.
Later raakte de Scheldeflat alsnog in trek bij de inwoners van Bergen op Zoom. De samensmelting van Bergenaren en ‘bewoners van buiten’ ging moeiteloos. “Mijn oma integreerde vanzelf in het Bergse. Zo leerde ze de vastenavend kennen en vierde ze die ieder jaar mee.”
De handwerkclub
De Scheldeflat was ook in haar beginjaren een bruisende plek waar veel gebeurde. Zo was er het zangkoortje, dat geleid werd door Nel de Vries. En er was een actieve handwerkclub. “Mijn moeder was altijd aan het breien”, vertelt de 99-jarige Josien Dieleman-Wunderink, dochter van mevrouw Wunderink en moeder van Ineke Pals.
“Altijd dat getik van de breinaalden. Het handwerkclubje verkocht ook kleren, maar dat was voor veel mensen te duur. Mijn moeder rekende alleen de wol. Dus zat ze weer babysokjes te breien, want die waren lekker warm voor aan de kleine voetjes.”
De saamhorigheid was er ook al in de beginjaren. Mevrouw Dieleman-Wunderink herinnert zich nog dat zij de trein nam om haar moeder te verrassen op haar verjaardag. “Maar dat was haar vaste kaartmiddag. Ik kreeg te horen: ‘Mooi dat je er bent, kan jij de koffie inschenken.’ Denk maar niet dat ze de kaarten liet liggen voor haar verjaardag, hoor!”
‘Oma van de visjes’
De herinneringen van dochter en kleindochter geven een mooi tijdsbeeld van de jaren ’70 en ’80. Ineke: “Oma had geen eigen telefoon. Als we oma wilden spreken, dan belden we naar de receptie. Dan werd oma naar beneden gehaald en belden we 10 minuten later weer terug.”
Ook het bezit van een eigen wasmachine was geen vanzelfsprekendheid. Beneden was er een wasserette, waar bewoners gebruik van konden maken. Ook maaltijden werden verzorgd, maar: “Oma kookte gewoon zelf. Ze had zelfs een eigen oven!” In de schoolvakanties bracht het gezin Dieleman regelmatig een bezoek aan de ‘Oma van de visjes’, vernoemd naar de aquariums op iedere verdieping.
Ineke: “Ik weet nog dat we niet met onze pantoffels op de gang mochten komen. Want daar woonde mevrouw Huismans en dat was de zus van een apotheker.” En ook kenmerkend uit die tijd: alle dames droegen een pruik. Mevrouw Dieleman-Wunderink: “Als de deurbel ging, dan ging eerst de pruik op. De dames gingen ook wel eens samen naar Rotterdam. Dan hadden ze allemaal weer een nieuwe pruik.”
Dochter en kleindochter volgden later oma en verhuisden beiden ook naar Bergen op Zoom, waar mevrouw Dieleman-Wunderink nog steeds zelfstandig woont. Ze bezochten samen het afscheidsmoment op 4 oktober. “Ik heb nog heel lang de wens gehad om naar de Scheldeflat te kunnen. Maar ik zit hier nu ook prima. Ik hoef niet weg.”
Lees ook het verhaal van de familie Withagen. Klik op de link!
Buurtbewoners waren nauw betrokken bij het ontwerpen van het kunstwerk. Tijdens workshops van de kunstenaars Nouglise en IWAZ droegen ze ideeën en elementen aan voor het buurtkunstwerk. Nouglise maakte dankbaar gebruik van al die inbreng vanuit de buurt.
Ze liet zich ook inspireren door oude foto’s van de Zeekant. Het schilderij toont een zonsondergang boven het water en een door duinen omgeven fort.
Nouglise: “Ik hoor van veel mensen dat ze hun eigen ideeën erin terugzien. Het was een geweldig project, mijn eerste grote opdracht als kunstenaar.”
Maar vanzelfsprekend was het niet. Elselien: “De tuin werd te groot voor ons vader, maar hij wilde eigenlijk niet weg. Gerrit Leenders is toen nog eens aan de deur geweest. Hij zei: ‘wordt het nou toch eens geen tijd om naar de Scheldeflat te komen?’ Nou, hij zat er pas net 2 weken of hij zei al: ‘dat had ik veel eerder moeten doen!’”
Het verhaal van de familie Withagen leest zoals die van zoveel families in Fort-Zeekant. Een groot gezin met 12 kinderen, dat woonde aan de Lekstraat. Een tv was er nog niet. “Daarvoor moesten we bij de buren zijn”, weet Elselien nog.
In plaats daarvan speelde de Withagen-kroost veel buiten. Marijn: “We zaten veel op ’t Scheld. Samen met ons vader gingen we dan wormen steken, lijntjes uitzetten, mosselen en kreukels zoeken. Soms aan de Zeekant, andere keren aan de Thoolse dijk. Altijd op de fiets, want met zo’n groot gezin in de auto ging niet.”
Foto links: De Zeekant in de jaren ’60 (Foto Piet Blaas)
Foto rechts: wormen steken aan de Zeekant (Foto Marijn Withagen)
Oude bekenden
Vader Marijn sr. was eveneens een kind van de wijk. Marijn jr.: “In zijn jeugd heeft hij veel tijd gebracht bij zijn ‘Ome Nilleke’. Die woonde op Oud Borgvliet. Vader vertelde wel eens dat daar een waterput stond. Dan moest hij het water uit de put halen. Die oude verhalen vertelde hij graag. Toen ons pa in de Scheldeflat terecht kwam, zag hij weer allemaal mensen uit die tijd. Daar kon hij die verhalen weer mee delen.”
De Scheldeflat bleek een weerzien van veel oude bekenden. Elselien: “Ons vader woonde naast een meske met wie hij nog op de kakschool had gezeten. Ze gingen bij elkaar op de koffie. En ze woonden op dezelfde gang als Meis Suijkerbuijk. Die deed heel veel voor de bewoners, hield altijd iedereen in de gaten of het wel goed met ze ging.”
In de polonaise
Vader en moeder Withagen hadden al snel hun plekje gevonden in de Scheldeflat. En ze bleven er ook graag. Elselien: “Ik weet nog dat we met zijn allen voetbal gingen kijken bij mijn zus, die aan de overkant van de Scheldeflat in de Borgvlietsedreef woonde. We hadden ons pa en ma ook uitgenodigd, maar die bleven liever in de Scheldeflat kijken. Op een gegeven moment zette Nederland een goaltje en wij gingen zingend over de straat: ‘Toedeloe, toedeloe, toedeloe! Zo naar de Scheldeflat toe, waar ons pa en ma naar de wedstrijd zaten te kijken. Heel de zaal mee in de polonaise.”
Zondagmiddagborrel
Op zondag kwam vaak de hele familie Withagen op bezoek bij de Scheldeflat. Marijn: “Daar hadden we wel een schema voor, want met zoveel kinderen en kleinkinderen paste dat anders niet. Dan zaten we vaak op het balkon, te kijken over de Schelde. Je zag het slechte weer van ver al aankomen en ook weer wegtrekken.” Elselien vult aan: “Op het laatst durfden we dat eigenlijk niet meer zo, met zijn allen op het balkon, vanwege al die betonrot.”
Antikraak
De toekomst van de Scheldeflat was toen al bezegeld, bewoners zochten een plekje ergens anders in de stad. Ook vader Withagen moest eraan geloven, maar verzette zich lang. Elselien: “Ons vader is een echte Fortificaan, altijd strijdbaar. Hij zei: ik ben in deze wijk geboren en ik blijf hier zitten. Gelukkig kon hij naar de Stuijvenburgh verhuizen, maar dat was meer een verzorgingstehuis. De mensen waren meer op zichzelf.”
Nadat tanteLouise de Scheldeflat in 2016 overdroeg aan Stadlander besloot de woningcorporatie de flat in eerste instantie beschikbaar te stellen aan antikrakers. Elselien: “Toen we dat zagen, heb ik ons vader aangemeld voor de informatiemiddag. Als 94-jarige werd hij uitgenodigd. Natuurlijk als gekkigheidje. Maar hij had ook nog 1 wens: om nog een keer naar zijn oude appartement te gaan. Daar heeft hij toen een high tea gekregen. BN DeStem was erbij en het kwam zelfs bij de NOS voorbij!”
Vrijgezellenfeest
Beelden van de oude woning in de Scheldeflat zijn ook vereeuwigd in een filmpje van Marijns vrouw Marijke. Voor haar vrijgezellenfeest in 2015 nam zij een flashmob op in de Scheldeflat. Marijn: “Een filmpje dat in 1 take opgenomen moest worden. Ze hebben het wel 20 keer over moeten doen! De Scheldeflat stond toen al leeg en ze eindigen in de woning waar ons vader heeft gewoond.”
Nu de Scheldeflat gesloopt wordt, denken de broers en zussen Withagen nog vaak aan die tijd terug. “We hebben vaak tegen elkaar gezegd: het zou mooi zijn als we met zijn allen weer bij elkaar kunnen wonen, in Fort-Zeekant. Zo’n plek waar je een beetje voor elkaar kunt zorgen en samen kunt genieten van je oude dag”, zegt Marijn. Elselien vult aan: “En een plek waar je nog eens een feestje kunt vieren! Want waar moet je nu nog terecht in de stad? De Scheldeflat had het echt allemaal. Als dat terugkomt, zou ik er zo naartoe verhuizen.”
Lees ook het verhaal van Tonny van Loenhout. Klik op de link!
Sociale functie